Nederlands StatenVertalings 1715 Bijbel

Psalmen 47

Psalmen

Index

Hoofdstuk 48

1

 Een lied, een psalm, voor de kinderen van Korach. De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid. 


2

 Schoon van gelegenheid, een vreugde der ganse aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden; de stad des groten Konings. 


3

 God is in haar paleizen; Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek. 


4

 Want ziet, de koningen waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen. 


5

 Gelijk zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg. 


6

 Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw. 


7

 Met een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis. 


8

 Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen, in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid.Sela. 


9

 O God! wij gedenken Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels. 


10

 Gelijk Uw Naam is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid. 


11

 Laat de berg Sion blijde zijn; laat de dochteren van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen wil. 


12

 Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt haar torens; 


13

 Zet uw hart op haar vesting; beschouwt onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende geslacht vertelt. 


14

 Want deze God is onze God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden tot den dood toe.  


Psalmen 49

 

 

 

 

 

HTMLBible Software - Public Domain Software by johnhurt.com

 


Other Items are Available At These Sites: